Zeg het woord in stukjes.

Kan het kind het juiste plaatje aanwijzen?

Wat komt er steeds bij?

Gynzy is een adaptief programma. Zodra de leerling begint met het maken van opgaven dan gaat ons systeem ‘leren’ wat het niveau van de leerling is.  Nadat de leerling een antwoord heeft gegeven wordt bepaald welke opgave met welk niveau hierna het meest geschikt is. Op deze manier krijgt de leerling dus opgaven op zijn eigen niveau, binnen een les of leerdoel.

Dit is een praatplaat over 'de volkstuin' ook wel moestuin genoemd.

Met de volgende vragen kunt u in gesprek met uw kind gaan.

-wat zie je op de plaat?

-wie zijn er allemaal op de plaat bezig?

-wat doen ze?

-wat voor tuin zou dit zijn?

-heb je zelf weleens iets gekweekt of verbouwd?

-wat heb je nodig om iets te zaaien of te poten?

-wat moet je doen als je iets gezaaid of gepoot hebt?

-wat vind je het mooiste in deze tuin op de plaat?

-welke dieren zie je allemaal in deze tuin?

-zie je ook de bijenkast /vogelverschrikker/de kas? Voor wat wordt dit gebruikt?

donderdag 25 maart 10.30 uur.

werkblad woordstukjes bloemen

Laat de plaat niet aan het kind zien.

Zeg een woord in stukjes.

Kan het kind zonder de plaatjes te zien de woordstukjes samenvoegen tot een goed woord?

uitbreiding:

Print de lottokaart en knip de plaatjes los.

Leg de plaatjes op de kop op een middenstapel.

1 van jullie mag nu een plaatje pakken.

Vervolgens zegt hij het woord van zijn plaatje in stukjes, de ander moet het woord samenvoegen.

Als de ander het woord goed samenvoegt, mag hij het plaatje hebben.

Zo niet dan houdt de ander het plaatje.

Wie heeft aan het einde de meeste plaatjes verzameld?

Nodig: lottokaarten uitgeprint en uitgeknipt

Uit hoeveel stukjes bestaat het woord?

Kan het kind een plaatje van de lottokaart in stukjes zeggen?

Kan het kind de plaatjes op de juiste plek op de kaart leggen?

Bijvoorbeeld: 1 wieg, 2 raket, 3 papegaai.

Wat komt er steeds bij?

Gynzy is een adaptief programma. Zodra de leerling begint met het maken van opgaven dan gaat ons systeem ‘leren’ wat het niveau van de leerling is.  Nadat de leerling een antwoord heeft gegeven wordt bepaald welke opgave met welk niveau hierna het meest geschikt is. Op deze manier krijgt de leerling dus opgaven op zijn eigen niveau, binnen een les of leerdoel.